Door Coen Verbraak | pagina 16 - 17 (NRC; 21 december)
Het was voor mij en voor de SP uniek dat we geruime tijd zo verschrikkelijk hoog in de peilingen stonden. Daardoor werden we door vriend en vijand in de favorietenrol geplaatst. Voor ons een ongekende situatie. Hoe moet je daarmee omgaan? Rationeel weet je dan dat je vast de volle laag zult krijgen, van links en rechts. Maar zodra dat echt gebeurt beleef je dat toch echt anders dan je ooit had gedacht. Dat is ook wat ik met ‘confronterend’ bedoel. Met daaraan gekoppeld de overtuiging: dit overkomt me echt geen tweede keer.”
„Achteraf kun je zeggen dat de nadruk misschien te veel heeft gelegen op ‘geen fouten proberen te maken’. Puur uit angst om diep te vallen. Terwijl we de sympathie voor de SP niet verdiend hebben vanwege onze voorzichtigheid. Dat is geen gelukkige keuze geweest.”
„Oh zeker. Wat ik twee jaar geleden had – de frisse, verrassende nieuweling – was nu weggelegd voor Diederik Samsom.”
„Samsom bleek niet te stuiten. En hij had het tij mee. Uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam bleek dat er in die laatste weken ongeveer nul negatieve publicaties over Samsom zijn verschenen, terwijl Rutte en ik vrijwel uitsluitend negatieve kritieken kregen. Zo werkt het in campagnes, daar moet je op voorbereid zijn. Voor je eigen inzet ben je zelf verantwoordelijk, op de rest heb je weinig invloed.”
„Vriend en vijand vonden dat een schandalige actie. Hoe haal je het in je hoofd om iemand als seriemoordenaar weg te zetten? Ook Bernard Wientjes pakte stevig uit, noemde ons ‘een ramp voor Europa’. Dat gaat heel ver. We zijn nota bene met het MKB het land ingetrokken. Allemaal in harmonie. En opeens is de SP een ramp voor het midden- en kleinbedrijf. Het zijn harde verwijten, die we harder hadden kunnen counteren. Gewoon benoemen dat Wientjes voor het VVD-karretje wordt gespannen. We zijn groot geworden door duidelijk taal te spreken, dat moeten we doorzetten.”
Vervolgens kwam de Telegraafmachinerie op stoom. Had u zich daarop ingesteld?
„Het is zinloos om je eigen psycholoog te gaan uithangen. Maar laat ik één ding noemen: ik had altijd gedacht dat media graag willen dat je eerlijk antwoord geeft. Het is mij duidelijk geworden dat je soms maar beter niet vanuit je hart kunt antwoorden. Dat wordt namelijk onmiddellijk tegen je gebruikt. Er werd mij doorlopend gevraagd: ‘was het wel goed genoeg wat u deed? Kon dat niet beter?’ Zodra je zegt dat sommige dingen inderdaad beter hadden gekund, lig je al op de slachtbank. Velen wijzen steeds naar het premiersdebat. Ik denk dat veel mensen thuis het ook niet begrijpen: Rutte staat te liegen in het debat en ik word er op afgerekend. Misschien zou ik dat moment ook nog wel eens over willen doen.’