maandag 31 december 2018

VK 16 oktober 2018 (Stop woonbeleid dat huizenprijzen opdrijft)

De prijzen op de Nederlandse woningmarkt stijgen in een ongekend tempo. De gemiddelde Nederlandse woning kost inmiddels bijna drie ton en is binnen mum van tijd verkocht, zo maakte de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) afgelopen week bekend. In Amsterdam zijn de verkoopprijzen in één jaar tijd met 17 procent gestegen en liggen inmiddels op 440.000 euro.
Nieuwe prijsstijgingen worden inmiddels niet meer met gejuich ontvangen, maar leiden tot verontrusting. Terecht, de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de woningmarkt zijn in het geding. Vooral starters vallen buiten de boot. Zij slagen er niet in de prijsstijgingen bij te benen en het noodzakelijke eigen vermogen in te brengen.
Er is veel druk om de bouwproductie op te voeren en de teugels daarom maar te laten vieren. Als we maar genoeg woningen bouwen, komen vraag en aanbod vanzelf weer in balans, is de gedachte. Er zijn genoeg partijen die staan te trappelen om de wooncrisis aan te grijpen om vooral dure koopwoningen te bouwen en het schaarse groen daarvoor op te offeren. De betaalbaarheid is er nauwelijks mee geholpen.
De nieuwe wooncrisis is zorgelijk, maar moet niet misbruikt worden om deze simplistische mantra van ‘bouwen, bouwen, bouwen’ koste wat kost door te drukken. In plaats van het naïeve geloof in een onzichtbare hand, is het zinvoller het huidige prijsopdrijvende woonbeleid kritisch tegen het licht te houden.
De hypotheekrenteaftrek is een jaarlijkse miljardensubsidie voor de koopmarkt, en heeft daarmee een prijsopdrijvend effect. Kopers zijn bereid en in staat meer te betalen voor dezelfde woning. Een deel van de hypotheeklasten kan immers afgetrokken worden. Het is bovendien een instrument van omgekeerde herverdeling: hoe duurder de woning, hoe hoger de aftrek. Vooral de hoge inkomens en de banken profiteren. Rutte III kiest slechts voor het versneld beperken van de aftrek.
Daarnaast kent Nederland in internationaal vergelijkend perspectief nog steeds een bijzonder royale hypotheekverstrekking, ook al is deze na de financiële crisis al enigszins aan banden gelegd. Nederland is Europees kampioen hypotheekschulden. Hoge en stijgende huizenprijzen zijn mogelijk gemaakt door deze particuliere schuldenberg. Daar komt bij dat hypotheken momenteel spotgoedkoop zijn door extreem lage rentestanden, bepaald door de Europese Centrale Bank. De lage rente maakt vastgoed bovendien tot aantrekkelijk beleggingsobject.
Ouders mogen tot een ton belastingvrij schenken aan hun kinderen voor het kopen van een huis. Deze extra kapitaalinjectie draagt bij aan verdere prijsstijging. Daarnaast is het typisch een instrument waarmee vermogensongelijkheid wordt bestendigd en overgegeven van de ene op de andere generatie.
Beeld ANP
Ook het huurbeleid is cruciaal. Gedurende de afgelopen twintig jaar is de sociale huursector geleidelijk omgevormd van brede publieke voorziening tot vangnet voor de laagste inkomens. Door strenge inkomensgrenzen zijn middeninkomens uitgesloten van een betaalbare huur. Als het even kan, dan moet je jezelf zien te redden op de markt.
Willen we de koopsector in rustiger vaarwater brengen, dan moet huren weer een aantrekkelijk, betaalbaar en toegankelijk alternatief voor de peperdure markt worden. Dat vereist het verhogen van de maximale inkomensgrenzen voor sociale huur, uitbreiding van de huurprijsbescherming en vergroten van het aanbod betaalbare huurwoningen. Zo kan een groter deel van de bevolking aanspraak maken op een betaalbare en gereguleerde huurwoning. Het huidige beleid doet het omgekeerde door de rol van woningcorporaties te beperken en hen lastenverzwaringen als de verhuurderheffing op te leggen.
Zeker, betaalbare nieuwbouw kan een belangrijke rol spelen bij het verbeteren van de toegankelijkheid van de woningmarkt. Maar grijp de wooncrisis niet aan om maar rücksichtslos te bouwen. Laat bovenal het huidige prijsopdrijvende en ongelijkheid vergrotende woonbeleid niet ongemoeid. 
Cody Hochstenbach is postdoctoraal onderzoeker stadsgeografie aan de UvA.

donderdag 11 oktober 2018

Clash of civilizations

De ‘botsende beschavingen’ (Engels: Clash of Civilizations ) is de theorie van de Amerikaanse politicoloog Samuel Huntington die zegt dat de culturele en religieuze identiteit van mensen de belangrijkste bron van conflicten wordt in de periode na de Koude Oorlog.

zaterdag 28 juli 2018

Trouw 24 juli 2018....Opinie ontslag en UWV

Die nieuwe regels gingen drie jaar geleden in. De inspectie bekeek bijna 30.000 ontslagaanvragen die in de eerste anderhalf jaar van dat regime door uitkeringsinstantie UWV zijn beoordeeld. Conclusie: er gaat veel mis.
Er wordt maar bar weinig onderzocht of de motivatie van de werkgever om ontslag om bedrijfseconomische redenen aan te vragen klopt. Het UWV luistert daarbij vooral naar de werkgever en nauwelijks naar de werknemer. De regel die voorschrijft dat een ontslagen werknemer weer in dienst moet worden genomen als zich bij zijn oude werkgever binnen een half jaar een passende vacature aandient, werkt niet.
Waar bij de wetswijziging van 2015 al voor werd gewaarschuwd – de nieuwe regels kunnen ervoor zorgen dat vaste werknemers worden vervangen door goedkopere flexwerkers – lijkt werkelijkheid te zijn geworden.
In de oude situatie konden individuele werknemers ontslag om bedrijfseconomische redenen aanvechten bij de kantonrechter. Dat gaf hen de gelegenheid hún kant van het verhaal te vertellen en het gaf de rechter de mogelijkheid om bij de werkgever door te vragen naar de motieven voor het ontslag.
Die route kan onder de nieuwe regels niet meer worden bewandeld: alle zaken worden door het UWV behandeld en dat doet dat dus niet al te best. Naar de rechter stappen kan pas helemaal aan het einde van het traject, maar het UWV wijst de ontslagen werknemers daar niet op en bovendien is de termijn waarbinnen zo’n stap naar de rechter kan worden gezet erg kort. In de praktijk komt er van die rechterlijke toets maar weinig terecht.

Geen malse kritiek

Met haar jongste rapport stelt de Inspectie SZW de nieuwe regels expliciet ter discussie. Zoals gezegd: geen malse kritiek, afkomstig van een instantie die serieus moet worden genomen. Hoe anders is de reactie van minister Koolmees van sociale zaken. In een brief aan de Tweede Kamer legt hij de kritiek op haast achteloze wijze goeddeels naast zich neer. Niks aan de hand hoor, schrijft hij: de procedure is evenwichtig en zorgvuldig. Het UWV moet de procedure toetsen en daarbij gaat het volgens Koolmees niet om waarheidsvinding.
Een vreemde reactie. Het inspectierapport maakt genoegzaam duidelijk dat de nieuwe ontslagregels verbeterd moeten worden. Zo heel ingewikkeld hoeft dat ook niet te zijn. Het zou de minister sieren als hij naar die verbetering gaat zoeken, in plaats van ‘nietes’ te roepen.