dinsdag 7 maart 2017

Strategisch 2

'Strategisch stemmen kan ook met je hart'

Philip van Praag: 'Kiezers die overwegen een strategische stem op de VVD uit te brengen gaat het niet om het ­concrete beleid van het volgende kabinet'
Philip van Praag: 'Kiezers die overwegen een strategische stem op de VVD uit te brengen gaat het niet om het ­concrete beleid van het volgende kabinet' © ANP
Een strategische stem op de VVD gaat niet zozeer om concreet beleid van een volgend kabinet, maar verwoordt afkeer van Wilders, schrijft Philip van Praag.
Meepraten? Dat kan onder dit artikel.
Afgelopen zaterdag betoogde John Jansen van Galen dat strategisch stemmen op de VVD op een misverstand ­berust, oftewel zijn impliciete boodschap is: kiezers die strategisch stemmen zouden beter moeten nadenken. Dat is niet alleen een arrogante stelling­name, maar ook een zeer aanvechtbare. 

Kiezers die strategisch stemmen, doen dat vaak in de hoop dat die partij de grootste wordt, ze volgen in het stemhokje niet hun hart, maar laten machtsoverwegingen domineren. 

Het is juist dat de grootste partij niet vanzelfsprekend de minister-president levert, als grootste partij belandde de PvdA in 1977 en in 1982 toch in de oppositie. Toch is het in de Nederlandse politiek belangrijk wie de grootste partij is.
Ze volgen in het stemhokje niet hun hart, maar laten machtsoverwegingen domineren
Philip van Dijk
Sinds 1972 is de regel ontstaan dat de grootste regeringspartij - en dat hoeft niet de grootste partij in het parlement te zijn - de minister-­president levert.

Barend Biesheuvel was in 1971 de laatste premier die afkomstig was van een kleinere regeringspartij. De kans dat dat nu nog eens zal gebeuren is uiterst klein. Het premierschap betekent tegenwoordig een electoraal kapitaal voor de partij van de premier, de grootste regeringspartij zal die mogelijkheid niet laten lopen. De minister-president heeft bovendien onevenredig veel invloed binnen het kabinet, al was het maar in het zoeken van een compromis bij meningsverschillen. 

Rampzalig kabinet
Een andere belangrijke regel is dat de grootste partij het initiatief krijgt bij de formatie. Dat kan grote invloed hebben op het formatieproces. Volgens Jansen van Galen had het niet ­uitgemaakt of we in 2012 een kabinet onder ­leiding van Rutte of onder leiding van Samsom hadden gehad. Dat is een vrij speculatieve stelling.
Ik betwijfel echter of het in 2010 niet had uitgemaakt als de PvdA de grootste was geworden in plaats van de VVD, het verschil was toen 1 zetel (ongeveer 80.000 stemmen). Als de PvdA net iets groter was geweest dan de VVD, was het rampzalige kabinet van VVD/CDA met de gedoogsteun van de PVV waarschijnlijk nooit tot stand gekomen. 

Paar zetels meer of minder
Jansen van Galen betoogt ook dat kleine partijen een invloed hebben die ver boven hun zetelaantal uitgaat. Daar heeft hij gelijk in en het is de kracht van ons kiesstelsel dat nieuwe partijen met nieuwe ideeën zeer gemakkelijk in het parlement kunnen worden verkozen. 

Ook voor de kleinere regeringspartijen geldt dat ze vaak onevenredig veel invloed hebben. Als kleinere partijen als de ChristenUnie of GroenLinks in de volgende regeringscoalitie veel macht krijgen doordat ze op de wip zitten, zoals hij stelt, maakt het echter niet uit of ze een paar zetels meer of minder hebben. 

Deze terechte constatering ontkracht volledig zijn stellingname ­tegen het strategisch stemmen. Kiezers die overwegen een strategische stem op de VVD uit te brengen gaat het bovendien niet om het ­concrete beleid van het volgende kabinet.
Ook voor de kleinere regeringspartijen geldt dat ze vaak onevenredig veel invloed hebben
Philip van Dijk
Deze veelal progressieve kiezers verwachten niet dat Wilders, mocht hij de grootste partij worden, premier zal worden. Bij hen speelt een geheel andere overweging. Deze kiezers willen zich op geen enkele wijze verantwoordelijk voelen voor een situatie waarin Wilders gedurende jaren kan roepen dat de Haagse elite hem weer buitenspel heeft gezet, terwijl het Nederlandse volk hem tot de grootste partij heeft gemaakt. 

Juist in de wetenschap dat elke coalitiepartij in het volgende kabinet onder leiding van Rutte 'op de wip' zit en ongewenst beleid kan blokkeren, kan het een bewuste afweging zijn om op de VVD te stemmen. Een dergelijke afweging berust niet op een misverstand, deze kiezers volgen in hun afkeer van de PVV juist hun hart.

Het opiniestuk van John Jansen van Galen: 'Strategisch stemmen berust op misverstanden'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten