Trump doet in zijn relatie met Saudi-Arabië precies wat de presidenten Bush en Obama eerder deden.
Hij
staat bekend als een president die verdeeldheid zaait, maar deze keer
heeft Trump toch enkele gezworen vijanden bijeen weten te brengen. Van
Democraten tot Republikeinen, van de Turkse regering tot
mensenrechtenactivisten, ze reageerden allemaal ongeveer even
verontwaardigd op de verklaring die Trump dinsdag uitgaf over de moord
op de Saudische journalist Jamal Khashoggi.
Onder
het motto ‘zij aan zij met Saudi-Arabië’ veegt Trump daarin alle
internationale verontwaardiging over de zaak-Khashoggi opzij.
Saudi-Arabië is een ‘geweldige bondgenoot’, aldus Trump, en hij gaat die
relatie niet op het spel zetten. Hij heeft de Saudiërs namelijk nodig
in de strijd tegen Iran, als bondgenoot van Israël, om te zorgen dat de
olieprijs niet te hoog wordt, en vooral omdat de wapenleveranties heel
veel Amerikaanse banen opleveren.
Dat
Trump zo het naakte nationale belang boven enige morele overwegingen
stelde, heeft bij veel Amerikanen kwaad bloed gezet. Maar wie nuchter
kijkt naar de recente geschiedenis, moet concluderen: de toon van de
verklaring was misschien bizar, de overwegingen en de uitkomst eigenlijk
heel conventioneel. De Amerikaans-Saudische relatie heeft wel vaker een
stresstest ondergaan, en steeds doorstaan.
Bush
Zo
waren daar de aanslagen van 11 september 2001. Vijftien van de 19
kapers waren Saudiërs, en sommigen hadden contacten met door
Saudi-Arabië gesteunde organisaties en lagere officials. De 28 pagina’s
van het 9/11-onderzoeksrapport die deze banden beschreven, werden door
de regering van George W. Bush tot staatsgeheim bestempeld,
waarschijnlijk om de verhouding met de Saudiërs niet in gevaar te
brengen.
Dat de verhoudingen nog altijd
warm zijn, bleek toen kroonprins Mohammed bin Salman dit jaar op bezoek
kwam in de VS, en de twee oud-presidenten Bush thuis bezocht.
Obama
Tijdens
het presidentschap van Barack Obama brak de Arabische Lente uit. Obama
prees de demonstranten, maar was waarschijnlijk blij dat die zich nooit
in Riyadh roerden. Want geen Amerikaanse president verkocht zoveel
wapens aan Saudi-Arabië als Obama. In 2010 beklonk hij met de Saudiërs
de grootste wapendeal uit de Amerikaanse geschiedenis, ter waarde van 60
miljard dollar. Zijn minister van buitenlandse zaken, die de deal met
een beroep op het nationale belang verdedigde tegenover
mensenrechtenactivisten, heette Hillary Clinton. Zelfs toen de oorlog in
Jemen al begonnen was, gingen deze wapenleveranties door.
Is
er dus helemaal niets veranderd? Toch wel. Want hoewel Trump zichzelf
graag als ‘dealmaker’ ziet, lijkt hij met deze verklaring al zijn
onderhandelingsvoordelen al weggegeven te hebben. De wereldwijde ophef
over Khashoggi gaf hem een mogelijkheid om de Saudi’s de duimschroeven
aan te draaien, en bepaalde concessies af te dwingen. Maar wie
publiekelijk verklaart dat hij toch wel met de Saudiërs zaken blijft
doen, zal morele verontwaardiging nu en in de toekomst nooit meer in
politieke munt kunnen omzetten.
In
diezelfde categorie valt ook Trumps nadruk op het belang van
wapenleveranties voor Amerikaanse banen. Volgens Trump zouden de
Saudiërs anders bij de Chinezen of de Russen aankloppen. Dat is helemaal
niet waar, volgens militaire experts. Het Saudische leger is gebaseerd
op Amerikaanse systemen, daar kun je niet zomaar wat Russische wapen
bijvoegen. Trump had dus best een troef gehad in de onderhandelingen. Nu
hij die wapenleveranties tot nationaal belang heeft bestempeld, is die
troef een stuk minder bruikbaar.
Het
is de vraag of andere presidenten de relatie met Saudi-Arabië wel op het
spel hadden gezet. Maar het is ook de vraag of ze zichzelf in zo’n
ondergeschikte positie hadden gemanoeuvreerd.
Lees ook:
Trump handhaaft goede betrekkingen met Saudi-Arabië
De Amerikaanse president Donald Trump noemt Saudi-Arabië een ‘standvastige partner’ en zal de wapenleveranties niet staken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten